Herstel zo het onrecht Khadija Arib - en ons - aangedaan: de dwarsboming van haar herbenoeming als Tweede-Kamervoorzitter via arbeidsrechtelijke klachten door hoge ambtenaren, die het Presidium van de Tweede Kamer ondersteunen, doch hun ondergeschiktheid aan onze volksvertegenwoordigers miskennen.
burgers en ingezetenen van Nederland en in het bijzonder ook inwoners van Amsterdam,
Khadija Arib haar ambt als Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal jarenlang waardig, ruimdenkend, democratisch heeft vervuld, altijd de vrijheid van meningsuiting van al onze volksvertegenwoordigers, soms streng, waar nodig, hoog hield;
Khadija Arib uit haar ambt is gezet door aanklachten van hoge ambtenaren in de griffie, die het Presidium van de Tweede Kamer ondersteunen moet, doch hun ondergeschikte rol niet erkennen;
de Amsterdamse Gemeenteraad om Khadija Arib aan te bevelen bij de Minister van Binnenlandse Zaken als de door Amsterdam gewenste nieuwe burgemeester, zodra het ambt vacant komt, per 2030 of eerder, als de huidige burgemeester na de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 een ministerpost krijgt, opdat de Minister van Binnenlandse Zaken Khadija Arib voordraagt aan de Kroon - de regering - ter benoeming als nieuwe burgemeester van Amsterdam.